Behandeling en opslag van MDF
De verschillende methodes om MDF-platen te vervaardigen met een gelijke verdeling van de vezels doorheen het hele plaat, verzekeren een stabiele constructie en vlakke platen. Om deze inherente vlakheid te behouden is het echter noodzakelijk om ze doorheen alle productiestadia correct te behalen en op te slaan. Indien dit niet het geval is, lopen de platen het risico op een permanente vervorming door hun eigen gewicht, vooral wanneer ze niet degelijk worden ondersteund op vlakke paletten of op voldoende steunpunten tijdens hun opslagperiode.
De volgende procedures worden aanbevolen:
-
MDF-platen worden best horizontaal gestapeld en van de vloer getild door middel van droge steunbalkjes. Indien de ondergrond vochtig is, moet er polyethleenfolie over worden gelegd om het opstijgende vocht tegen te gaan.
-
In het geval van individuele balkjes moeten er minstens 3 worden gebruikt die even dik zijn en op niet meer dan 800 mm van elkaar worden geplaatst voor platen van 15 mm dikte. Bij dunnere platen wordt een maximale afstand aanbevolen van 50 maal de dikte.
-
De balkjes die de opeenvolgende lagen ondersteunen moeten exact boven elkaar gestapeld worden.
-
Stapels platen moeten gladde randen hebben om schade aan uitstekende randen en overhangende hoeken te voorkomen.
-
Verticale opslag van een klein aantal platen is mogelijk mits de platen goed worden ondersteund en zo verticaal mogelijk worden geplaatst.
-
De opslagruimte dient goed te worden geventileerd en de omstandigheden moeten redelijk droog zijn. Een gemiddelde relatieve vochtigheidsgraad van 50% rh zal het vochtgehalte in de plaat constant houden tussen 7 en 9%.
-
Een of twee afdekplaten moeten worden aangebracht bovenop de gestapelde platen tijdens het transport doorheen de fabriek of tijdens eender welke langdurige opslagperiode om ze te beschemren tegen kortstondige klimaatwisselingen.
