Bepaling van het vochtgehalte
A. Evenwichtsvochtgehalte
MDF wordt standaard geproduceerd met een vochtgehalte van 8 ± 3% maar dit kan bij levering aan de gebruiker beïnvloed worden door ongunstige transport- en opslagomstandigheden. Vooral bij langdurige opslag in vochtige opslagomstandigheden op werven is enige absorptie van vocht onvermijdelijk, en omgekeerd is er een verlies van vocht mogelijk in droge omstandigheden. Dit zal vooral een invloed hebben op de blootgestelde randen en bovenste lagen van de gestapelde platen maar zal uiteindelijk door de hele stapel dringen.
Individuele MDF-platen die vrij worden blootgesteld aan de omgeving, zullen na een paar dagen een evenwichtsvochtgehalte bereiken. Voor de platen in het midden van de stapel zal het enige weken duren om dit evenwichtsvochtgehalte te bereiken. De relatie tussen het evenwichtsvochtgehalte van MDF en de relatieve luchtvochtigheid van de omgeving kan aangeduid worden met een curve.
B. Dimensiestabiliteit
Alle hout en houtplaten krimpen of zwellen bij veranderingen in het vochtgehalte. In vergelijking met massief hout is MDF vrij stabiel. Voor elke 1% verandering in het vochtgehalte, wijzigt de afmetingen in het vlak met ongeveer 0,05% terwijl massief hout tot 0,5% tangentieel en tot 0,2% radiaal kan veranderen. Een verandering van 1% in het vochtgehalte resulteert in een dikteverandering van 0,35%.
Bij wijze van voorbeeld van de stabiliteit van MDF kan gesteld worden dat een een deurpaneel van 600 mm breed en 15 mm dik ongeveer 1,5 mm in de breedte en 0,3 mm in de dikte zal uitzetten bij een 5 % stijging van het vochtgehalte, wat overeenkomt met een verandering van relatieve luchtvochtigheid van 35% naar 85%.
Wanneer meer stabiliteit vereist is, zal vochtwerende MDF of MDF Exterior moeten worden gebruikt.
Problemen die voortkomen uit veranderingen in de afmetingen van MDF door veranderingen in het vochtgehalte tijdens het gebruik, kunnen worden afgeremd door MDF-platen en onderdelen te bewerken en te monteren wanneer hun vochtgehalte dichtbij het seizoensgemiddelde ligt op de plaats van gebruik. Voor de meeste landen in het noorden van Europa is een vochtgehalte van 9 ± 2% gebruikelijk. Een lager evenwichtsvochtgehalte kan worden verwacht in Zuid-Europa. Kleine variaties in vochtgehalte buiten deze grenzen zijn aanvaardbaar voor de meeste toepassingen dankzij de hoge stabiliteit van MDF.
C. Meten van het vochtgehalte
Elektrische vochtmeters voor hout kunnen voor MDF worden gebruikt op voorwaarde dat ze voorzien zijn van de normale nauwkeurigheidsgrenzen voor dit type toestel.
De nauwkeurigheid van de metingen kan worden verbeterd door het gebruik van een ijklijn die specifiek is voor MDF, wanneer die beschikbaar is via de leveranciers van het toestel.
Het vochtgehalte in MDF kan nauwkeuriger worden bepaald door een staal op 105°C gedurende 4 uur of langer voor grotere stalen, te laten drogen. Het vochtgehalte wordt dan berekend met de volgende formule:
|
(Mu –Mo) x 100
|
W =
|
-----------------------
|
|
Mo
|
W = vochtgehalte (%)
Mu = de massa voor het drogen
Mo = de massa van het "droge" proefstuk.